Naleving van regelgeving

EG-verklaring van overeenstemming

Dit is om te certificeren dat MicroBio MB1 producten gemaakt van April 2017 voldoen aan de essentiële eisen van de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap bij gebruik overeenkomstig hun bestemming:

Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit (EMC) 2014/30/EU

BS EN 61326-1:2013 - Wetenschappelijke, test- en meetapparatuur

Verwijzingen:

BS EN 55011/CISPR11 - Emissies voor industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur

BS EN 61000-4-2 - Immuniteit voor elektrostatische ontlading

BS EN 61000-4-3 - Stralingsimmuniteit

Richtlijn beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen (RoHS-3) in elektrische en elektronische apparatuur (EEA) (EU 2015/863).

AEEA en recycling

Aan het einde van de levensduur van dit product dient u het af te voeren naar een geschikt recyclingcentrum of terug te brengen naar uw plaatselijke distributeur die, afhankelijk van de plaatselijke wetgeving, verplicht kan zijn het product in te nemen voor veilige recycling en afvoer.

De belangrijkste onderdelen van de MicroBio MB1 zijn gemaakt van het volgende:

* Deze onderdelen moeten naar erkende recyclingcentra worden gebracht die zijn uitgerust om dergelijk afval te verwerken en de metalen terug te winnen die bij de productie zijn gebruikt. Sommige onderdelen kunnen niet worden gerecycled.

 

Garantie

De fabrikant garandeert dat dit product vrij is van materiaal- en fabricagefouten voor 36 maanden vanaf de datum van aankoop. 

Als uw product binnen deze periode defect blijkt te zijn, neem dan contact op met Cantium Scientific Limited of uw lokale distributeur die reparatie van het instrument of, indien nodig, vervanging zal regelen.

Deze garantie dekt geen onopzettelijke schade, slijtage, onjuist gebruik, gevolgschade of incidentele schade. De garantie geldt niet voor oplaadbare cellen die met de monsternemer worden meegeleverd.

Schade veroorzaakt door reinigingsmaterialen en -methoden die niet worden aanbevolen door de fabrikant, gebruik buiten de specificatie, gebruik in afwasgebieden (tenzij gebruikt in goedgekeurde beschermende zakken), of wijzigingen zonder voorafgaande toestemming van de fabrikant maken de garantie ongeldig.

Deze garantie heeft geen invloed op uw wettelijke rechten.

 

MicroBio MB1 Technische specificaties

_{* Gebaseerd op willekeurige steekproeven tot waarschuwing batterij bijna leeg. Deze tests werden uitgevoerd op eenheden uitgerust met nieuwe en volledig opgeladen Ansmann Max-e 2500. mA.uur NiMh-cellen. De werkelijke levensduur van de batterij kan variëren door het volume dat per monster wordt genomen, het interval tussen monsters, de leeftijd van de cellen en andere omgevingsfactoren, zoals vochtigheid en temperatuur.}

_{‡ Gekalibreerd bij 1013mbar 20ºC. Omgevingscondities beïnvloeden de luchtdruk en daarmee de massa/volumestroom.}

Technische specificaties MicroBio MB1-HiFlow

 

^{* Gebaseerd op willekeurige steekproeven tot waarschuwing batterij bijna leeg. Deze tests werden uitgevoerd op eenheden uitgerust met nieuwe en volledig opgeladen Ansmann Max-e 2500. mA.uur NiMh-cellen. De werkelijke levensduur van de batterij kan variëren door het volume dat per monster wordt genomen, het interval tussen monsters, de leeftijd van de cellen en andere omgevingsfactoren, zoals vochtigheid en temperatuur.}

^{‡ Gekalibreerd bij 1013mbar 20ºC. Omgevingscondities beïnvloeden de luchtdruk en daarmee de massa/volumestroom.}

 

Inleiding

De MicroBio MB1 maakt deel uit van het MicroBio-assortiment van bioaerosolmonsternemers en is een van de voordeligste draagbare monsternemers ter wereld voor het monitoren van micro-organismen of bioaerosolen in de lucht.

De MicroBio-reeks voldoet aan de standaard die vereist is voor een referentiemonsternemer, zoals volledig gevalideerd door het VAM-programma (Validation of Analytical Methods) van het Britse ministerie van Handel en Industrie. Ze zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de vereisten van ISO14698, EN 17141-2020 en USP797.

De sampler verzamelt in de lucht zwevende micro-organismen door een luchtstroom met een constant debiet door een reeks kleine gaatjes in een metalen kop te zuigen. Deeltjes die in de luchtstroom zweven, botsen op het oppervlak van een steriel kweekmedium in een contactplaat of petrischaal.

Na blootstelling aan een bepaald volume lucht wordt de contactplaat of petrischaal verwijderd en geïncubeerd. Het aantal kolonies dat zich ontwikkelt wordt geteld, waardoor een berekening kan worden gemaakt om de concentratie micro-organismen in de lucht te bepalen (CFU / m³ - kolonievormende eenheden per kubieke meter).

 

Batterij installeren

De batterij zit in een compartiment aan de achterkant van de MicroBio MB1. Het apparaat wordt geleverd met 4 x AA oplaadbare NiMH-cellen. De cellen moeten worden verwijderd om ze opnieuw op te laden.

Om het batterijcompartiment te openen, drukt u stevig op de "OPEN"-markering op het deksel van het batterijcompartiment in de buurt van het serienummerlabel en schuift u het naar beneden.

De richting van de cellen wordt aangegeven in het batterijvak.

Plaats het deksel voorzichtig terug met een opwaartse schuifbeweging en zorg ervoor dat de "OPEN"-markering op het deksel van het batterijvak in de richting van het serienummerlabel wijst.

IQ / OQ / PQ

Documentatiesjablonen zijn verkrijgbaar bij Cantium Scientific Limited of uw plaatselijke distributeur ter ondersteuning van interne installatie-, operationele en prestatiekwalificatie.

Aangepaste sjablonen zijn beschikbaar op aanvraag.

Bemonstering

De keuze van het monstervolume is belangrijk voor een betrouwbare bemonstering. Als de contactplaat of petrischaal overladen is met kolonies is het moeilijk om een nauwkeurige telling uit te voeren. Met ervaring zal de gebruiker anticiperen op de waarschijnlijke bioaerosolconcentratie in een gebied, maar het kan nodig zijn om een vooronderzoek te doen bij een aantal monstervolumes om de optimale instelling te bepalen. Elk monster moet een aantal keren worden herhaald en er moet een statistisch gemiddelde en betrouwbaarheidswaarde worden bepaald.

Selectie van media

Het agarmedium dat in de contactplaat of petrischaal wordt gebruikt, moet worden gekozen op basis van de micro-organismen die worden gecontroleerd. Voor een breed scala aan micro-organismen kunt u overwegen om trypton soja-agar (TSA), caseïne soja pepton-agar (CPSA) of nutriëntagar (NA) te gebruiken. Er zijn andere selectieve agars voor meer specifieke micro-organismen. Voor schimmels (gisten en schimmels) kun je moutextractagar (MEA) of rose bengal agar (RBA) gebruiken. Bijlage C beschrijft verschillende soorten kweekmedia.

Een contactplaat of petrischaal plaatsen

Verwijder voorzichtig het deksel van de monsternemingskop van de MicroBio MB1, tenzij deze apart vervoerd wordt in een steriele container. Houd alleen de rand van de kop vast. raak de geperforeerde of binnenoppervlakken niet aan.    

Plaats een petrischaaltje/contactplaatje in de veren terwijl de monsterkop verwijderd is, zodat de basis stevig op de drie steunen rust.

De standaard MicroBio MB1 kan monsterkoppen met 220 of 400 gaten gebruiken. De monsterkop met 220 gaatjes kan gebruikt worden met zowel 55mm / 65mm contactplaten als petrischalen van 90mm, maar alleen de middelste 55mm van de petrischaal zal monsters verzamelen. Met de monsternemingskop met 400 x 0,7 mm gaatjes wordt een petrischaal van 90 mm bijna volledig bedekt, waardoor de betrouwbaarheid van de tellingen toeneemt.

In- en uitschakelen

Om het apparaat in te schakelen drukt u op een van de vier knoppen totdat het display oplicht. Als de knop te lang wordt ingedrukt (langer dan 2 seconden), schakelt het apparaat uit om onbedoelde activering te voorkomen. De MicroBio MB1 toont de laatst gebruikte volume-instelling. De MB1 schakelt automatisch uit.

Als de batterij moet worden opgeladen, verschijnt op het display vleermuis lo op het display. Als het batterijniveau te laag is, zal de MicroBio MB1 niet toestaan dat er monsters worden genomen. vleermuis plat op het display en schakel uit.

Houd de stop knop zal het display een percentage van het batterijniveau tonen.

Het monstervolume instellen

Gebruik de knoppen ⊕ of ⊖ om het volume lucht te selecteren dat moet worden bemonsterd.

Volumes kunnen als volgt worden ingesteld:

• 10 tot 200 liter in stappen van 10 liter

• 200 tot 500 liter in stappen van 50 liter

• 500 tot 1000 liter in stappen van 100 liter

• 1000 tot 2000 liter in stappen van 250 liter

Monsters starten/stoppen

Druk op de START knop om het bemonsteringsproces te starten. Tijdens het bemonsteren telt het scherm af en laat zien hoeveel liter er nog bemonsterd moet worden. De MicroBio MB1 stopt met bemonsteren als het vereiste volume lucht is bemonsterd.

Houd de STOP knop om de bemonstering te stoppen.

Als het monster klaar is, toont het scherm knipperende streepjes en klinkt er een waarschuwingstoon.

Uitgestelde start

Houd ingedrukt START om de uitgestelde startfunctie in te schakelen. Dit zorgt voor een vertraging van maximaal 99 minuten, in stappen van 1 minuut, voordat de bemonstering start.

Gebruik de toetsen ⊕ of ⊖ om de gewenste vertraging in minuten in te stellen.

Druk op START om het aftellen te starten. Op het scherm wordt dan de tijd afgeteld voordat de bemonstering start. U kunt op elk moment op STOP annuleert de vertraagde steekproef.

Temperatuur en vochtigheid

Het is nuttig om deze waarden bij elk monster te noteren. Temperatuur en vochtigheid zijn belangrijke factoren voor de waarschijnlijke concentratie en levensvatbaarheid van micro-organismen in de lucht. De overlevingskansen van sommige bacteriën zijn bijvoorbeeld 35 tot 65 keer hoger bij 80% RV in vergelijking met 40% RV.

Resultaten bepalen

Nadat het monster genomen is, moet de contactplaat of petrischaal verwijderd worden en verzegeld worden met het beschermende deksel. Noteer op het deksel het tijdstip, de locatie en het bemonsterde volume.

De plaat moet dan gedurende een bepaalde tijd en temperatuur geïncubeerd worden, afhankelijk van de vereisten van de media. Na incubatie wordt de koloniegroei geteld, handmatig of met een automatische kolonieteller. Vanwege de statistische aard van de bemonsteringsmethode en de kans dat er meer dan één kolonie op één punt op de schaal terechtkomt, moet er een telcorrectie worden uitgevoerd. 

De tabellen in Bijlage A en Bijlage B geven de corresponderende gecorrigeerde waarde voor respectievelijk de monsternemers met 220 gaatjes en de monsternemers met 400 gaatjes.

Als alternatief kan de volgende vergelijking worden gebruikt om een gecorrigeerde telling te bepalen.

Waar n_h het aantal gaten op de bemonsteringskop, n_f het aantal getelde kolonies is en n_c is de gecorrigeerde telling.

Als de getelde kolonies, (n_f) groter is dan het aantal gaten in de bemonsteringskop (n_h), dan zal de vergelijking mislukken en zijn de resultaten niet betrouwbaar. Als dit het geval is, dan kan de monsterschaal worden beschouwd als overladen met micro-organismen en moet de gebruiker een lager monstervolume overwegen.

De kolonieconcentratie is de gecorrigeerde telling per volume van de bemonsterde lucht. De resultaten worden normaal gesproken uitgedrukt in kolonievormende eenheden per kubieke meter.

Om de gecorrigeerde telling om te zetten naar CFU/m³ gebruik de vergelijking:

Waar n_c het gecorrigeerde aantal getelde kolonies is en V_s is het bemonsterde volume in liters.

Type plaat/schotel wijzigen

De MicroBio MB1 met een monsterkop met 220 gaten is geschikt voor zowel 55mm / 65mm contactplaten als 90mm petrischalen. De MicroBio MB1 is in de fabriek uitgerust met petrischaalveren (onderdeelnummer A-00070), maar deze kunnen worden verwijderd en vervangen door de meegeleverde contactplaatveren (onderdeelnummer A-00068).

De veren voor beide types hebben sleuven om een mate van aanpassing aan variaties van schotel/plaatfabrikanten mogelijk te maken.

 

Om het veertype te wijzigen, draait u de drie steunstijlen los met de bijgeleverde inbussleutel van 2 mm en verwijdert u de veren. Plaats vervolgens de andere alternatieve veren in de geleidesleuven en schroef de steunen weer vast. Alle veren hebben gleuven om ze in zekere mate aan te passen aan verschillende schotelafmetingen.

Schoonmaken

De bemonsteringskop moet bij voorkeur gesteriliseerd worden in een autoclaaf, maar in het veld kan gedesinfecteerd worden met geschikte sterilisatiedoekjes, zoals IPA-doekjes. Doekjes kunnen ook gebruikt worden voor algemene reiniging van de sampler.

Neem in gebieden met lage bioaerosolniveaus een desinfectieregime in acht tussen elk monster. Neem altijd monsters van gebieden met een lagere besmetting naar gebieden met een hogere besmetting. Was blootgestelde huid en kleding voor het bemonsteren en vermijd drinken, eten en roken in de testruimte of rond de apparatuur. Alle apparatuur moet aseptisch worden behandeld.

De MicroBio MB1 is geschikt voor gebruik met waterstofperoxidedamp (H₂O₂ damp) bio-decontaminatie. Aangezien de MicroBio MB1 een ventilator in de monsterkop heeft, wordt voor een optimale ontsmetting aanbevolen om de MicroBio MB1 in te stellen op een maximaal monstervolume, zodat H₂O₂ damp die door de kop, ventilator en uitlaat wordt gezogen. Bioquell (UK) Ltd heeft tests uitgevoerd op een reeks gevoelige elektronische apparatuur om de effecten van dergelijke processen te bepalen. De omstandigheden van deze tests waren:

Sterilisatie met damp boven de niveaus en tijden van de testcondities maakt de garantie ongeldig..

Tijdens de tests toonde Bioquell aan dat biologische ontsmetting met H₂O₂ damp niet schadelijk lijkt te zijn, de operationele aspecten of de esthetiek van gevoelige elektronische apparatuur niet aantast. Raadpleeg voor meer informatie document BDS-3-MATCOMP-V3.2, op verzoek verkrijgbaar bij Bioquell (UK) Ltd.

Validatie

Sommige industrieën vereisen dat bemonsteringsapparatuur gevalideerd wordt voordat deze gebruikt wordt. Voor de standaard MicroBio MB1 met een stroomsnelheid van 100 lpm kan dit worden gedaan met behulp van de MicroBio Validation Kit, onderdeelnummer A-00058, verkrijgbaar bij Cantium Scientific Limited of uw plaatselijke distributeur.

Voor het MicroBio MB1 HiFlow model is de Qualisair™ qCR kit, onderdeelnummer A-00422, vereist.

Kalibratie

Het wordt aanbevolen om de MicroBio MB1 regelmatig te kalibreren in overeenstemming met de beste industriële praktijk. Meestal gebeurt dit op de verjaardag dat het instrument in gebruik wordt genomen.

De enige kalibratie-instelling op het instrument is de stroomsnelheid. Kalibratie wordt normaal uitgevoerd met compensatie bij 20ºC en een luchtdruk van 1013 mbar.

Neem voor kalibratiediensten contact op met Cantium Scientific Limited of uw plaatselijke distributeur. Voor interne kalibratie raden we het gebruik aan van de Qualisair™ qCR kit, onderdeelnummer A-00422, vervaardigd door Cantium Scientific Limited en verkrijgbaar bij uw plaatselijke distributeur.

Problemen oplossen

De MicroBio MB1 zal vele jaren probleemloos werken met minimaal routineonderhoud. Hieronder staan echter enkele veelgestelde vragen en antwoorden met betrekking tot het gebruik van de MicroBio MB1 Bioaerosol Sampler. 

Q. Het toestel schakelt niet in.
A. Controleer of de batterijen correct geplaatst en volledig opgeladen zijn. Als dit de situatie niet oplost, is het mogelijk dat een van de oplaadbare cellen leeg is. Probeer het met standaard alkalinebatterijen, neem anders contact op met de technische ondersteuning.

Q. De sampler valt uit en schakelt uit tijdens het bemonsteren.
A. Dit komt door lege batterijen of batterijen van slechte kwaliteit. Vervang de batterijen of laad ze op. Cellen van lage kwaliteit kunnen een hoge klemspanning hebben, maar zodra er een belasting wordt toegepast, zal deze onder belasting drastisch dalen tot een punt waarop de monsternemer niet goed zal functioneren.

Q. De monsterkop past losjes.
A. Er zit een veer in de monsterkop die de kop strak houdt. Deze kan na verloop van tijd en door gebruik verschoven zijn. Draai de schroef los met de 2 mm inbussleutel die bij de MB1-kit geleverd is, schuif de veer naar de rand van de steunplaat van de monsterkop en draai hem weer vast. Probeer dit tot u een goede passing hebt.. 

Q. De contactplaat of petrischaal past losjes.
A. Na verloop van tijd kunnen de veren die ze op hun plaats houden losser zijn komen te zitten. Gebruik de bijgeleverde inbussleutel van 2 mm om de steunstijlen los te draaien, verplaats de veren en draai ze opnieuw vast tot de plaat/schotel stevig vastzit. De buitendiameter van de platen verschilt per fabrikant. De MicroBio MB1 klemveren kunnen aangepast worden.

Als het probleem hierboven niet wordt behandeld, neem dan contact op met uw plaatselijke distributeur voor technische ondersteuning. Neem anders contact op met Cantium Scientific Limited via onze portaal voor technische ondersteuning.

Foutmeldingen

Sommige fouten tijdens het gebruik van de sampler zorgen ervoor dat er een foutmelding op het scherm verschijnt in de vorm van Err. gevolgd door een nummer.

Technische ondersteuning

Technische ondersteuning is beschikbaar op onze portaal voor technische ondersteuning.

Deze site biedt een zoekfunctie voor problemen, veel ondersteunende artikelen en de mogelijkheid om vragen te stellen. U kunt ook contact opnemen met uw distributeur.

Bijlage A - Correctietabel aantal gaten 220

Opmerking: Voor tellingen die groter zijn dan die in de onderstaande tabel, raadpleegt u het gedeelte 'Resultaten bepalen' of gaat u naar https://www.cantiumscientific.com/support/count-correction/

Bijlage B - 400 Gatentelling Correctietabel

Opmerking: Voor tellingen die groter zijn dan die in de onderstaande tabel, raadpleegt u het gedeelte 'Resultaten bepalen' of gaat u naar https://www.cantiumscientific.com/support/count-correction/

Bijlage C - Typen kweekmedia

Bijlage D - Reserveonderdelen